Baby you can drive my car!

Bij het plannen van onze reis hebben we wellicht niet voor de meest logische route gekozen. Ons hoofddoel was Cambodja en zoals je hebt kunnen lezen, zijn we daar inmiddels geweest. (Hoewel we lang niet heel het land gezien hebben, want in veel gebieden is er nog een grote kans op malaria en dat soort plekken vermijden we nu eenmaal.) Het leek ons dan ook een fantastisch idee om Cambodja te combineren met Thailand. Alleen: Thailand is nogal groot. En wij willen natuurlijk per se naar zowel het zuiden áls naar het noorden. De makkelijkste oplossing is dan om een hele berg korte vluchtjes te nemen. De wat meer ingewikkelde manier is om helemaal over land te reizen.

En je raadt al wat wij gingen doen!

Lekker knus in de bus

De grensovergang Poipet (Cambodja) – Aranya Prathet (Thailand) is berucht om zijn oplichters, omkoopsommen, onoverzichtelijkheid en uren wachten op je visum. Echt zo’n plek dus die je gezien wilt hebben… Gelukkig hadden wij al een visum geregeld bij het Thaise consulaat in Nederland (nodig als je over land Thailand binnenkomt en langer dan 15 dagen wilt blijven, zoals wij), dus daar maakten wij ons niet zo’n zorgen over. Ook hadden wij voor de busmaatschappij gekozen die als enige met dezelfde bus het hele stuk tussen Siem Reap en Bangkok rijdt. Bij alle andere moet je namelijk op de grens van bus wisselen en dat schijnt weer de nodige problemen op te kunnen leveren.

Vol goede moed gingen we dus in alle vroegte op pad. We propten al onze koffers én onszelf in een tuk tuk (dat was nog even flink stapelen) en werden bij de bus afgeleverd.

Deze keer moesten we ons acht uur lang in de bus zien te vermaken. Na drie uur rijden arriveerden we bij de beruchte grensovergang. Daar werden we met al onze bagage én de belofte dat ze aan de andere kant van de douane op ons zouden wachten, eruit gezet en kon onze Grote Oversteek beginnen…

Grensgevallen

Er zijn niet heel veel plekken waar je tussen Cambodja en Thailand de grens over kunt en dit is de meest gebruikte. Het was er dan ook druk. Herrie. Warm. Stank. En niet echt duidelijk waar je naartoe moet. Laten we maar rechtdoor lopen, was onze conclusie. Daar was immers de grens.

Die tactiek bleek te werken.

We arriveerden bij de Cambodjaanse controlepost om ons vertrek officieel te laten registreren. Daarbij worden ook de vingerafdrukken van al je vingers gescand. Waarom is ons een raadsel, want toen we het land inkwamen, hebben ze dat niet gedaan. (Dat we het niet weten, is vast een goed teken.)

Vervolgens bevonden we ons in niemandsland. In tegenstelling tot wat je misschien zou denken, wemelt het daar van de mensen. Er staan casino’s waar vanuit Thailand speciale bussen naartoe gaan – zo kun je een dagje gaan gokken: ’s ochtends heen, ’s middags terug en niemand hoeft te weten dat je een gokprobleem hebt. Schijnt veel voor te komen. Wij waren echter niet in casino’s geïnteresseerd. Veel belangrijker was het om Thailand weer in te komen.

Eén of ander logistiek wonder had bedacht dat de douane op de eerste verdieping gevestigd moest worden. Konden we die loodzware koffers al die treden omhoog gaan slepen! (Wat nou lift of roltrap, alsof mensen weleens bagage de grens mee over nemen…) Eenmaal boven was het een kwestie van formulieren invullen en in de rij gaan staan. Maar eindelijk was het zo ver en kregen we de felbegeerde stempels in onze paspoorten. Hoera! Nu weer al die koffers naar beneden zeulen, door de scanner halen en de bus zoeken. Want die zou hier toch ergens op ons wachten…?

Waar is die bus nou?!

Hallo Thailand, daar zijn we weer!

Nee hoor, die stond gewoon om een hoekje op ons te wachten. We stapten weer in, wachtten tot alle andere passagiers er ook waren en daar gingen we weer.

We hadden ons goed ingelezen en wisten dat er een pauze onderweg zou zijn bij een ‘Seven Eleven’- de Thaise ‘supermarkt’ die je op iedere straathoek vindt. Helaas had de buschauffeur dat niet gelezen. Hij stopte heel even aan de kant van de weg, iemand schoof en berg kant-en-klaar-maaltijden naar binnen en we reden weer door. Niets geen pauze. En hadden we al gezegd dat er geen wc in de bus zat? En dat het acht uur rijden was?

Bangkok.

Dat was dus even een tegenvaller op de verder voorspoedige reis. We arriveerden rond 16.00 uur in Bangkok, zochten een wc en vervolgens een taxi en niet heel veel later waren we alweer in het Mystic Place hotel. Een vreemdsoortig boutique hotelletje waarbij alle kamers volgens een ander thema waren ingericht. Zo sliepen wij in ‘The Birds Nest’: een grote kamer in felle kleuren en een hobbelpaard. Niet dat we er lang van konden genieten, want we sliepen er maar één nachtje. De volgende ochtend gingen we namelijk alweer verder op onze roadtrip naar het zuiden!

's avonds nog even shoppen in de enorme malls van Bangkok.
’s avonds nog even shoppen in de enorme malls van Bangkok.

Shopaholics? Wij?

Voordat we verder zuidwaarts konden vertrekken, moesten we ’s ochtends eerst een bezoekje brengen aan de Chatuchak Weekend Market. Dit schijnt één van de grootste markten van de wereld te zijn en inderdaad: het is er gigantisch. We hebben echt nog maar een heel klein stukje ervan gezien en toen moesten we van onszelf weer terug naar het hotel. Enerzijds om onze bagage op te halen en naar het busstation te gaan, anderzijds om ons uitgavepatroon enigszins binnen de perken te houden. Want wat waren daar weer veel leuke dingen te koop!

Met nog wat extra tasjes in ons bezit zochten we ons een weg naar het juiste busstation. Daar hebben ze er namelijk een heleboel van in Bangkok. De bus is ook een goede manier om je te verplaatsten: ze zijn redelijk snel, gaan vaak, zijn spotgoedkoop en rijden door het hele land. De trein rijdt maar af en toe, het spoorwegnetwerk is beperkt en de treinen zijn traag. Tip van ons: kies dus voor de bus als je door Thailand reist.

In de bus kun je ook prima slapen!
In de bus kun je ook prima slapen!

Met een snelle en comfortabele bus reisden we in drie-en-half uur naar Hua Hin, een badplaats onder Bangkok. Daar verbleven we een nachtje in een Zweeds guesthouse, in een Zweeds straatje, tussen de Zweedse toeristen. Thailand blijkt namelijk erg populair te zijn onder de Zweedse toeristen – iets waar we later nog wel achter zouden komen. Mysig!

Autorijden in Thailand – een korte cursus

En toen was het de volgende dag tijd voor een geheel nieuw avontuur. We gingen onze huurauto ophalen…

Jawel, wij gingen zelf rijden in Thailand! Noem ons gek, noem ons dapper, maar het is nou eenmaal de makkelijkste manier om jezelf te verplaatsen in het zuiden van het land. Nog makkelijker dan die hierboven bejubelde bus, want op de route die wij hadden uitgestippeld, zou zelfs dat een onmogelijke opgave zijn.

Onze blinkende bolide.
Onze blinkende bolide.

Natuurlijk hadden we ons goed voorbereid. Zelf rijden in Thailand is namelijk helemaal niet zo moeilijk, als je maar de volgende basisregels in acht neemt:

  • Rijd links.
  • Wanneer er meer dan twee banen in jouw rijrichting zijn, mag je rechts én links inhalen.
  • De strepen op de weg zijn ter indicatie. Het geeft aan hoeveel auto’s, brommers, tuk tuks, vrachtwagens en motoren er minimaal naast elkaar op de weg kunnen.
  • Je weet pas wat de maximumsnelheid is als je wordt aangehouden en de agent je vertelt dat je te hard reed. De interpretatie van de maximumsnelheid is per agent verschillend (ter geruststelling: dit is ons niet overkomen).

Dus hup, spullen in de auto en op pad!

Een onontdekt pareltje (en een giga-gekko)

Ons einddoel was Koh Lanta, maar doordat je daarvoor twee keer moet overvaren, was het niet haalbaar om hier in één dag te komen. We hadden dan ook een overnachting ingepland in Phatio, een onontdekt kustplaatsje boven Chumphon. We waren de enige toeristen in het hele dorp! Maar wat een mooi tropisch strand! Wie nog een plekje zoekt dat niet overspoeld is door (westerse) toeristen, moet echt hier eens gaan kijken.

DSC_0732

DSC_0736

DSC_0738

We hadden een compleet huis met twee slaapkamers en twee badkamers voor onszelf alleen. Of nou ja, alleen… Toen Bregje nietsvermoedend de slaapkamer boven inliep, stond zij ineens oog in oog met een gekko van anderhalve meter. Of dat was in ieder geval wat zij Laura wilde doen geloven, maar toen die enthousiast naar boven stormde, was het beest in geen velden of wegen meer te bekennen. Voor de zekerheid werd echter besloten dat Merijn toch maar bij ons op de kamer zou gaan slapen.

Dat was best een goed idee. Want toen Merijn al lekker lag te pitten, hoorden we ineens een oorverdovend ‘gekko! gekko!’. Snel, naar boven, kijken! En ja hoor! Hoewel ‘ie geen anderhalve meter was, was het echt wel een enorme gekko die daar over de muur wandelde. Nu eten ze waarschijnlijk geen slapende kleuters, maar toch was het een hele geruststelling dat Merijn veilig bij ons op de kamer lag te slapen…

DSC_0744
Ons ‘huisdier’

U heeft uw bestemming bereikt!

We konden echter niet zeggen dat we nou heel erg uitgerust waren na een nachtje met deze lokale gast onder één dak geslapen te hebben, maar de reis ging nu eenmaal ’s ochtends vroeg weer verder. Auto weer inladen en gaan met die banaan!

IMG-20151130-WA0001
Weer verder door het Thaise land.

Dat is echt wel een groot voordeel ten opzichte van de bus: je kunt gaan en staan waar en wanneer je wilt. Geen gedoe met taxi’s naar het busstation, tassen en koffers die netjes ingepakt moeten worden en op tijd aanwezig zijn. Nee hoor, je kiept al je zooi achterin en vertrekt gewoon. En in tegenstelling tot wat er vaak gezegd wordt, is autorijden in Thailand niet echt moeilijk of gevaarlijk. Ja, natuurlijk moet je goed opletten, maar zeker in het zuiden is er veel minder verkeer op de weg dan in Nederland. Volgende keer huren we weer een auto!

DSC_0700

Ook onze tweede reisdag verliep namelijk voorspoedig. Van ons eerste bezoek aan Thailand (zeven jaar geleden) herinnerden we ons nog smalle, bochtige wegen door rubberplantages, maar tegenwoordig ligt er overal een vierbaans snelweg. Alleen het laatste stuk naar de veerboot naar Koh Lanta deed ons weer een beetje aan ‘vroeger’ denken. De veerboten zelf daarentegen waren weer wel authentiek Thais. Allemaal op een platte schuit, lekker proppen, nog wat brommers erbij, ja dat past best… En iedereen laat natuurlijk gewoon zijn motor draaien, want anders stopt de airco ermee. Zo doe je ook niet meer voor de lol je autoraampje open.

Op de ferry naar Koh Lanta.
Op de ferry naar Koh Lanta.

Maar goed, uiteindelijk waren we er dan: Koh Lanta! Ons bounty-eiland…

Jaaa, weer een tropisch strand!
Jaaa, weer een tropisch strand!

Reacties

reacties

Reacties

reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven