Wat is dat toch met ons en tropische eilanden? Het regent er altijd!
Zeven jaar geleden bleek tijdens onze rondreis door Thailand dat er nog een klein gebied was waar het regenseizoen nog niet voorbij was. Inderdaad, precies dat gebied waarvan wij dachten een paar dagen in een tropisch paradijs onze reis te kunnen afsluiten. Het regende er non-stop. We zijn zelfs eerder vertrokken om de regen te ontvluchten!
Uiteraard hadden wij daar nu rekening mee gehouden. Ons tropische eiland Koh Lanta lag ‘veilig’ aan de andere kant, in een andere zee, gegarandeerd lekker weer. Jammer alleen dat de weergoden dat zelf niet wisten en wij in de stromende regen op de veerboot stonden te wachten…
Welkom in Klein Zweden!
Gelukkig bleek het niet zo erg te zijn. Bij aankomst viel er inderdaad af en toe een bui, maar het weer voor de rest van de week beloofde beterschap: zon en dertig graden. Daar houden wij meer van!

Koh Lanta is het grootste eiland van Thailand. Toch was deze plek tot vijf jaar geleden nog een onbekende bestemming. Bijna geen toeristen, geen resorts en hooguit een barretje onder een palmboom. Dat is nu wel even anders. Hotels en restaurants hebben de westkust gekaapt en op de weg krioelt het van de toeristen op de scooter. Toch is het er nog niet ‘overontwikkeld’ – het is geen Phuket – maar in vijf jaar tijd kan er veel veranderen.
Wij hadden in ieder geval onze intrek genomen in een huisje van één van de vele resorts. Midden in een Zweedse enclave, zo bleek. Onze bungalow had zelfs uitzicht over het schoolplein van de Svenska Skolan en overal om ons heen hoorde je Zweeds. We hebben dan ook regelmatig ‘jag talar inte Svenska’ moeten roepen als we weer eens in het Zweeds werden aangesproken…
Op stap op Koh Lanta
Van onze drie dagen (aankomst- en vertrekdag niet meegerekend) zijn we er welgeteld één op uitgetrokken. Dat was eerlijk gezegd ook wel genoeg om het hele eiland te kunnen zien.

Ons plan: een bezoek brengen aan de vlinder- annex orchideeënboerderij, lunchen in Koh Lanta Old Town en snorkelen bij Kantiang Bay – uitgeroepen tot één van de tien mooiste tropische stranden van de wereld. Nou, die wilden we natuurlijk wel gezien hebben. Bovendien sleepte Bregje niet voor niets haar duikbril en snorkel al die weken met zich mee én hadden we zelfs een snorkelset voor Merijn gekocht (nadat hij andere kinderen daarmee in het zwembad had zien spelen, wilde hij dat natuurlijk ook).
Dus hup, een dagje eropuit. We hadden immers een eigen auto voor de deur staan!
Onze eerste stop – de vlinder- en orchideeënboerderij – bleek een hutje langs de kant van de weg te zijn. Was dat het echt? Maar het bord in de tuin zei van wel en inderdaad, we zaten goed. De vlindertuin was alleen nóg kleiner dan die in Cambodja en de orchideeën bloeiden niet (of nou ja, niet allemaal). Dat hadden we dus snel gezien. Was niet erg, want zo was er meer tijd voor het zoeken naar die twee geocaches onderweg…

Het snorkelavontuur
Van Koh Lanta Old Town staat in de Lonely Planet dat het een oud stadje is met karakteristieke warenhuizen aan de zee. En dat is het ook, maar dan wel op de Thaise manier, uiteraard. Dat beeld van statige panden en de bedrijvigheid van een havenplaats dat Laura in haar hoofd had, klopte dan ook niet helemaal… (duh, had ze kunnen weten!) Wel vonden we houten huisjes op gammele pieren, restaurantjes, souvenirwinkeltjes en sapbarretjes. En dat allemaal in die ene straat die het ‘stadje’ groot was!

Na onze grondige verkenning van Koh Lanta Old Town was het dan ook tijd voor het Grote Snorkelavontuur. Hiervoor moesten we weer he-le-maal naar de andere kant van het eiland rijden (een paar kilometer) en konden we eindelijk een blik werpen op dit magnifieke, niet te missen strand.
Oja? Dachten wij, toen we eenmaal met onze voeten in het zand stonden. Want oké, het zag er mooi uit, maar om dit nou één van de mooiste standen ter wereld te noemen? Wij vinden dat we al op mooiere plekken zijn geweest, eerlijk gezegd. Maar goed, snel de duikbril op en kom maar op met dat koraal!
Hoe goed we ook zochten, daar was geen spoor van te bekennen. Alleen maar grote golven (niet leuk voor Merijn) die zand omwoelden (niet leuk voor Bregje). Dat schoot niet op. We zijn het hele strand afgelopen, maar nergens was meer een snippertjes van het beloofde (stond ergens op internet, dus het moest wel waar zijn!) koraal te vinden. Helaas pindakaas. Dan maar verse fruitsapjes drinken in de strandbar. Ook geen straf!
Maar ja, op die manier had Bregje nog steeds niet kunnen snorkelen. Dus keerden we ’s avonds het internet nog eens binenstebuiten en zo waar: er moest nóg een plek zijn waar je vanaf het strand naar het koraal kon zwemmen. Precies de baai waar ons hotel ook aan lag. Hadden we dat maar eerder geweten…
Je snapt dus wel wat wij op onze laatste dag op Koh Lanta deden! (Snorkelen! Mooi koraal, felgekleurde vissen! Onderwaterfeestje!)

Onze eigen jacuzzi-villa
Aan al dat gelanterfant kwam natuurlijk ook weer een eind. Het werd tijd om al onze spullen bij elkaar te vegen en in de auto gooien. We gingen weer terug naar Hua Hin, maar ook de terugweg hadden we opgedeeld in twee etappes. Alleen al het eiland verlaten met de twee veerbootjes kostte ons namelijk twee uur reistijd, dus het hele stuk op één dag rijden (en voor het donker aan willen komen) was niet mogelijk.

Onze eerste stop was deze keer in Chumphon zelf. Een stad waar vrij weinig aan is en bij velen alleen bekend is als de plek waar de boot uit Koh Tao en Koh Pha Ngan aankomt (hebben wij ook ooit gedaan, was niet zo’n succes – iets met Bregje en zeeziek). Daar hadden wij een spotgoedkoop resortje gevonden waar we – heel decadent – meteen het duurste huisje namen: dat met een eigen bubbelbad. En nog leuker: in Thailand betaal je daar maar €45,– voor.
Aanrader: Prachuap Khiri Kahn!
Van onze tweede stopplaats hadden we heel wat hogere verwachtingen. Dit was het plaatsje Prachuap Khiri Kahn, zo’n anderhalf uur rijden onder Hua Hin. Ook weer zo’n plek die totaal niet in beeld is bij de meeste toeristen, maar een enorm leuk stadje blijkt te zijn. Het ligt aan zee, er staan palmbomen langs het strand, het heeft een boulevard met restaurantjes, er zijn allerlei kleine guesthouses en toen wij er waren, was er markt. Allemaal kraampjes met onbekend eten, jammie!

Voordat we ons daar te goed aan gingen doen (en nog voordat we ons ingecheckt hadden bij het guesthouse waar we zouden verblijven), maakten we een cultureel uitstapje naar Wat Ao Noi. Dit is een tempel in een grot, bovenin een berg. Dat werd dus traplopen in de vochtige warmte – heerlijk zeg. Die inspanningen werden echter ruimschoots beloond. Niet alleen met een mooi uitzicht over de baai en het land, maar ook door de grot zelf. Daar lag een heel grote liggende boeddha en een verzameling boeddhabeelden. Lekker klauteren en klimmen door de grot, hopende dat de verlichting het lang genoeg zou blijven doen (voor de zekerheid hadden we de zaklampen paraat).

Nadat we dit moois hadden bekeken, werd het tijd om onze spullen bij het guesthouse af te leveren en Prachuap Khiri Kahn zelf te gaan verkennen. We hadden honger, dus die markt met eten kwam als geroepen! Kom maar op met die spiesjes ‘geen idee wat dit is, maar het smaakt lekker, o dat is chili’.

We waren dus aangenaam verrast door Prachuap Khiri Kahn. Het is echt zo’n stadje waar nauwelijks een (westerse) toerist komt, maar het heeft heel wat te bieden. Jammer dat we er niet wat meer tijd voor hadden, maar de volgende keer blijven we hier wat langer. Kunnen we ook mooi de omgeving verkennen en wie weet wel een uitstapje maken naar Myanmar, dat ligt er immers maar twintig kilometer van vandaan…
Voor herhaling vatbaar!
De volgende ochtend hadden we ruim tijd voor een relaxed ontbijtje verderop in de straat. Het was immers maar anderhalf uur rijden naar Hua Hin waar we de auto weer in zouden leveren. Of tenminste, dat zou het moeten zijn, maar toen we er bijna waren, stonden we in de file. Blijkbaar was er die zondagochtend iets te doen, want heel de weg stond vol auto’s. Dat schoot dus weer niet op…

Gelukkig kwam er ook aan de file een eind (want we konden afslaan naar de autoverhuurder) en daarmee kwam er ook een einde aan onze roadtrip door Zuid-Thailand. Volgende keer weer! Nu verzamelden we onze spullen en zetten met een gammele bus koers naar Bangkok voor een langer verblijf in de hoofdstad.



